De meeste wasmiddellades hebben 3 wasmachine vakjes voor je wasmiddel. Ieder vak heeft een eigen markering. Deze geeft aan of de uitsparing voor de hoofdwas, de voorwas of voor wasverzachter is.
Hoofdwas (II): In het vak waarbij een “II” (of 2) staat, doe je het wasmiddel voor de hoofdwas. Dit is het meest gebruikte vak. De hoeveelheid wasmiddel die je toevoegt hangt af van hoe vuil je was is.
Voorwas (I): Als je erg vuile was hebt, draai je een voorwas. Hiermee spoel jij je wasgoed voor. Voor deze was gebruik je het vak waarbij een “I” (of 1) staat.
Wasverzachter (*): Wasverzachter doe je in het vak met een ster of bloem. Dit is meestal het kleinste vak van de lade. Door wasverzachter te gebruiken, voelt je wasgoed zacht aan. Ook geeft het een frisse geur. Let erop dat je niet meer gebruikt dan aangegeven staat.
Wasmiddel of Waspoeder?
Eigenlijk is het ene niet speciaal beter dan het andere. Wissel zo nu en dan eens af, dat is goed voor je wasmachine.
Je kunt natuurlijk ook een wasbol gebruiken. Hierbij vul je de bol zelf met wasmiddel of waspoeder en zit dit direct in de trommel. Dit kan enkel met een hoofwasprogramma. Ook wasverzachter kan je niet gebruiken, want dat spoelt gewoon weg.
Technische Gegevens
Uitzicht
Ondoorzichtige vloeistof
Kleur
Groen
Geur
Fris
Stabiliteit
Vorstvrij bewaren
Houdbaarheid
Onbeperkt op kampertemperatuur in gesloten verpakking
Bewaar het product in originele gesloten verpakking en bescherm het tegen zonlicht en extreme temperaturen.
Verpakking
6 x 2L , 4 x 5L
Ecologische informatie
De oppervlakteactieve stoffen in dit preparaat voldoen aan de criteria voor biologische afbreekbaarheid zoals vastgelegd in Verordening (EG) nr. 648/2004 betreffende detergentia.
Veiligheidstekens- en voorschriften
Vraag steeds gepaste veiligheidsinformatieblad (SDS) voor gebruik !